18 oktober 2025

Last van de overlast

Twaalf jaar geleden vertrokken wij uit de Amsterdamse buurt waar we 23 jaar met veel plezier met onze kinderen hebben gewoond. Toen zij weg waren was het huis te groot. Vorig jaar zijn we teruggekeerd. Oorzaak? Ouderwetse heimwee. 

We wonen nu aan een prettig speelpleintje in de door half Nederland intens gehate grachtengordel. Rond dat pleintje zit een aantal gemoedelijke kroegen. Als je ’s avonds laat je huis even beu bent kan je daar nog een prettig biertje drinken.  Overdag schenken ze lekkere koffie en liggen er nog ouderwetse papieren kranten, die nog gelezen worden ook. Kortom: niks te klagen.

Deze week zag ik op een avond wat krampachtige lijsttrekkers op tv die meelijwekkend op hun woorden zaten te letten. Elke verspreking kan hen een zeteltje kosten. Ondertussen vroeg ik me af of je als gewone Nederlander de vlag nog kan uithangen als je iets te vieren hebt zonder dat men denkt dat je zo’n xenofobe rechtse rukker bent. En al die NSB-vlaggen. Worden die ergens in elkaar gestikt of vonden veel van die zielenpoten zo’n schaamlap nog in een oude kist op zolder? Wie wat bewaart die heeft wat. Op dat moment ging de bel.

Voor de deur stond een eenzame Jehovagetuige. Althans daar leek hij op. Een bang kijkend mannetje met een blocnote stijf onder zijn arm. Hij vertelde meteen waar hij precies woonde en dat de cafés rond zijn huis tot een uur ’s nachts open waren, dat daarna de terrassen nog opgeruimd werden en dat sommige kroegen ’s morgens vroeg de boel alweer gingen klaarzetten. U voelt hem al: hij wil daar iets aan doen. Hij had daar namelijk last van in zijn dure appartementje. Ik vertelde de man vriendelijk dat hij in dit geval aan het verkeerde adres was en wilde dus niet op zijn blocnootje. Waarna hij mijn buren ging lastigvallen met zijn geneuzel.

Ik dacht: zal deze braaf ogende meneer niet naar buiten hebben gekeken toen hij zijn huis kocht? Je ziet toch meteen dat je een aantal zeer gezellige tenten tegenover je hebt. Kroegen die daar al honderd jaar zitten. Zaken waar trouwens nooit gevochten wordt, nimmer een volkszanger staat te lallen of lawaaierige Engelsen hun vrijgezellenfeestjes vieren. Waar kan je in godsnaam last van hebben? Opeens had ik spijt dat ik hem geen kopje koffie had aangeboden. Een bakje troost waaronder ik hem had kunnen uitleggen dat dit Amsterdam is en dat drinkende mensen daar nou eenmaal bij horen. Dat dat die stad zo gezellig en aantrekkelijk maakt. Dat het misschien beter voor hem is als hij zich gaat vestigen in een fijne doorzonwoning in een buitenwijk van Castricum of Heemstede. Gewoon een plek vol toekomstmuziek.  Waar je tijdens je leven al de stilte van het kerkhof ervaart. 

Ik dacht aan mijn vader die in de binnenstad van Amsterdam opgroeide toen de koetsen over de keien ratelden, schepen dag en nacht hun ladingen op de kades losten en de stinkende stad nooit stil stond. Wat had ik die tijd graag meegemaakt. Draaiorgels, straatmuzikanten en verkopers met toeters die hard schreeuwend hun waren aanprezen omdat ze ook op driehoog-achter gehoord moesten worden. 

Hoe kan het toch dat allerhande provincialen het tegenwoordig leuk vinden om met veel tamtam in Amsterdam te komen wonen en dan, als ze er eenmaal gevestigd zijn, beginnen te tutmutsen over een in hun oren iets te gezellig terrasje tegenover hun huis? Want er zijn honderden van dit soort beroepszeikerds. Zijn dit niet gewoon types voor wie klagen een soort ademen is? Die ook wekelijks aan de lippen van De Rijdende Rechter hangen. Opeens ging er een felle scheut medelijden door me heen. Medelijden met de sneue lieverd met dat eenzame blocnootje die bij al die huizen gaat janken of ze ook zo’n last hebben van de overlast?

Terug in de woonkamer vroeg mijn vrouw wie er aan de deur was. Ik keek haar triomfantelijk aan en zei: “Mijn nieuwe column”.

« Ouder