3 september 2017

We komen aan in Miami. Na een snikhete reis door de Everglades in Florida USA. Warm, zinderend en overal moerassen met muscito’s en snakes. Volgens de folder zitten er ook 2 miljoen krokodillen. We hebben er één gezien. In de shopping mall met 2 handvatten eraan en een Hermes logo op z’n buik. We zijn moe, bezweet, we stinken, we willen frisse lakens, een schoon zwembad. Onze hotel in Miami werd omschreven als ‘very cool’. Ik begreep ter plekke dat ze hiermee de airco bedoelde. Als ik de 12 meter naar de receptie heb overbrugd, ben ik strontverkouden en hebben 143 mensen: “Hi! How your doing today?” gevraagd. Het is geloof ik niet de bedoeling dat ik antwoord geef. 

Als ik boven op het bed plof hoor ik een keiharde schreeuw op de gang. Een vrouw. En nog een... Jezus, een verkachting? Ik ren de gang op en loop mezelf vast in een groepje vrouwen. Ze gillen. Ze hebben roze feestjurken aan en op hun deur staat ‘Bachelorette Party’. Keiharde muziek. Het zwembad dan maar. Holy, wat een figuren. Tattoos. Heel veel tattoos. Aan één kant opgeschoren haar, paars haar, scheef haar. Piercings. Ringen door navels, door neuzen, door tandvlees aan de voorkant. Dit is helemáál niet mijn scène joh. Het is net happy hour en er staat een lange rij voor de bar. Gratis drank. Ik kom er niet langs. Mensen morsen cocktails in het zwembad. De bedjes hebben vlekken. Dit is geen Miami Vice maar Miami Vies! Oké, ik wil weg. Nu! Mijn zoontje heeft net kennis gemaakt met een Nederlands jochie. Ze liggen in het troebele zwembad. “Donny!” roept z’n moeder. “Even je neus snuiten. Doe maar in het water!”. Mijn vrouw kijkt me heel vrolijk aan. Dat doet ze altijd als ze weet dat ik dood ga. Alsof je haar blik en mijn walging bij elkaar kan optellen, delen door 2 en je dan gemiddeld op een “Het is hier best oké” uitkomt. Ik trap er niet in, heb booking.com al onder de knop en vind binnen 7 seconden een ander hotel in de buurt. Schoon, mooi, clean. Zal ik het doen? Wel even slikken qua dollars, maar de koers is gunstig en het zou deze vakantie de laatste dagen echt afmaken. Ik kijk om me heen. Mijn vrouw probeert een bedje zonder vlekken te vinden. Mijn zoon wordt koppie onder gedrukt door Donny. Zie ik nou al een schimmeltje op zijn rug? Ik doe het! 3 uur later liggen we 500 meter verderop. Eindelijk rust. “Pap”, zegt mijn zoontje, “Ik mis Donny”. Wat? "Je kende hem 12 minuten!” roep ik. “Maar er zijn hier helemaal geen Nederlandse kinderen…” Mijn vrouw trekt de blik. De 4 dagen erna lig ik overdag weer keurig op de vieze bedjes aan het ranzige zwembad van Hotel Vies en drink ik mierzoete cocktails met Sven en Mariëlle uit Purmerend terwijl mijn zoon door Donny steeds net niet wordt verdronken. Hij vindt het schitterend. Slapen doen we in het schone hotel. Weinig, want mijn zoon wil elke dag “lekker vroeg naar Donny”. Zó blij dat ik weer thuis ben.

 Tot in het theater!

Richard Kemper

« Ouder Nieuwer »

Agenda »